Doel van de MIT
De MKB-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT) stimuleert innovatie bij het midden- en kleinbedrijf (MKB). De Nederlandse overheid heeft verschillende missies en sleuteltechnologieën aangemerkt binnen het vernieuwde innovatiebeleid. Het bedrijfsleven, kennisinstellingen en de overheid kunnen binnen deze nieuwe kaders samenwerken aan innovatie. Deze samenwerking moet leiden tot een versnelling van innovaties. Een belangrijke rol hierin is weggelegd voor MKB-ondernemingen. Bent u als MKB-ondernemer actief op het gebied van innovatie? Dan kunt u wellicht gebruik maken van een van de instrumenten van de MIT.
Onderdelen MIT
De MIT bestaat uit een aantal stimuleringsinstrumenten:
- MIT Kennisvouchers. Kennisvouchers kunnen worden ingezet voor het laten beantwoorden van een kennisvraag door een kennisinstelling. De kennisvraag moet betrekking hebben op de vernieuwing van producten, productieprocessen of diensten.
- MIT Haalbaarheidsstudies. Een haalbaarheidsstudie brengt de technische en economische risico’s in kaart van een eigen voorgenomen innovatieproject met als doel om een gedegen afweging te maken over de slaagkans van het daadwerkelijke innovatieproject. Bij een haalbaarheidsstudie moet gedacht worden aan literatuuronderzoek, octrooionderzoek, inventarisatie van beschikbare technologie en potentiële partners, marktverkenning en concurrentieanalyse.
- MIT R&D samenwerkingsproject. Dit onderdeel is bedoeld voor samenwerkingsverbanden bestaande uit minimaal twee niet-verbonden MKB-ondernemingen. Hierbij kan subsidie verkregen worden voor industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling dat bijdraagt aan de vernieuwing van producten, processen of diensten, of leidt tot wezenlijk nieuwe toepassingen van bestaande producten, processen of diensten.
Missies en sleuteltechnologieën
In voorgaande jaren werd er gebruik gemaakt van het topsectorenbeleid binnen de MIT. Met ingang van 2021 is dit omgezet in de missies en Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA’s). In totaal zijn er 8 KIA’s, namelijk:
- KIA 1. Klimaat en Energie;
- KIA 2. Circulaire Economie
- KIA 3. Landbouw, Water en Voedsel;
- KIA 4. Gezondheid en Zorg;
- KIA 5. Veiligheid;
- KIA 6. Sleuteltechnologieën;
- KIA 7. Digitalisering;
- KIA 8. Maatschappelijk verdienvermogen.
De verschillende KIA’s worden hieronder kort toegelicht.
KIA 1. Klimaat en Energie:
Projecten die aan willen sluiten bij KIA 1 dienen een bijdrage te leveren aan het pad naar een klimaatneutraal energie- en grondstoffensysteem in 2050. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het verlagen van het gebruik van fossiele energie of de uitstoot van CO2 of andere broeikasgassen, verhoging van de productie of benutting van duurzame energie en de integratie in het energiesysteem en het vergroten van de efficiency van het (slimme) mobiliteitssysteem.
KIA 2. Circulaire Economie
Projecten binnen de KIA Circulaire Economie dienen bij te dragen aan de missie dan Nederland in 2050 volledig circulair wil zijn. Daarnaast heeft circulariteit van kritieke grondstoffen prioriteit in deze KIA. Kritieke grondstoffen zijn grondstoffen die nodig zijn voor de energietransitie, maakindustrie en defensie, maar een groot risico kennen ten aanzien van de leveringszekerheid.
Vertaald naar projecten voor het MKB binnen de subsidiemodule MIT dient het te ontwikkelen innovatief product, proces of de dienst gericht te zijn op:
- Vermindering van het gebruik van primaire grondstoffen;
- Substitutie: vervanging van fossiele of anderszins belastende grondstoffen door hernieuwbare grondstoffen (secundaire grondstoffen of duurzaam geproduceerde biogrondstoffen);
- Stimulering van levensduurverlenging, bijvoorbeeld via producten of processen die hergebruik, refurbishment en reparatie van apparatuur, installaties en infrastructuur stimuleren;
- Beperking van de uitstoot van schadelijke stoffen naar het milieu dan wel vervanging van deze schadelijke stoffen door stoffen die veel minder schadelijk of onschadelijk worden geacht;
- Hoogwaardige verwerking: schone en goed gesorteerde inzamelstromen en terugwinning van materialen.
KIA 3. Landbouw, Water en Voedsel:
KIA 3 is onderverdeel in 7 deelprogramma’s:
- Veerkrachtige natuur:
- Ombuigen van natuur- en biodiversiteitsverlies naar noodzakelijk herstel. Beter begrijpen hoe ecosysteemdiensten versterkt kunnen worden in stedelijk, landelijk en natuurlijk gebied. Mogelijkheden die digitale technologieën bieden voor een natuurinclusieve samenleving door het verzamelen van data en monitoring en de inzet daarbij van tools, apps, Al, remote sensing, drones en sensoren in het natuurdomein.
- Duurzame land- en tuinbouw:
- Veerkrachtige en weerbare productiesystemen, circulariteit en natuurlijke hulpbronnen en de energietransitie in de land- en tuinbouw.
- Vitaal landelijk gebied in een klimaatbestendig Nederland:
- Groen-grijs-blauwe oplossingen voor de private en publieke ruimte die bijdragen aan biodiversiteit, vasthouden en infiltreren van water en verminderen van hittestress, beheersing van grondwaterpeil en voorkomen van zettingen en bodemdaling. Oplossingen voor het langer vasthouden van regenwater en gezuiverd afvalwater, waarbij land-inrichting en -gebruik bijdragen aan het vasthouden water.
- Duurzaam en gewaardeerd voedsel, dat gezond, toegankelijk en veilig is:
- Gericht op de volgende thema’s: Een ecologisch en economisch houdbaar landbouw & voedsel-systeem. Duurzame verwerking en voedselveiligheid, vers en verwerkt. Alternatieve eiwitten: keten en producten. Duurzaam en gezond voedselaanbod. Voedselzekerheid nu en in de toekomst (mondiaal/EU/Nederland). Meervoudige verwaarding vanaf de agrifoodsector naar food en non-food.
- Duurzaam en veilig gebruik van de Noordzee en andere grote wateren:
- Producten uit zee en grote wateren inclusief aquacultuur worden gewonnen met minimale ecologische impact. Verwerkingsprocessen (aan boord) zijn geoptimaliseerd.
- Veilige en weerbare delta:
- Innovatieve en duurzame oplossingen om de delta tegen overstroming en verdroging te beschermen en bevaarbaar te houden. Innovatieve, duurzame (met name) circulaire harde en zachte oplossingen waarmee de het gebruik van primaire bouwgrondstoffen fors gereduceerd wordt en/of een duurzame slibeconomie ontstaat. Innovatieve oplossingen die bijdragen aan emissiereductie in de scheepvaart en leiden tot een digitale, modulair en circulaire inrichting van de scheepsbouw.
- Sleutel technologieën voor Landbouw, Water en Voedsel (LWV)
- Smart Technology, Biotechnologie en veredeling en niet-fossiele veilige producten.
KIA 4. Gezondheid en Zorg:
Projecten binnen deze KIA dienen bij te dragen aan de centrale missie dat alle Nederlanders in 2040 tenminste vijf jaar langer in goede gezondheid leven. Specifiek kan er bij deze projecten gedacht worden aan:
- Preventie van ziektes of aandoeningen;
- Gezondheidswinst voor patiënten die lijden aan één of meer (chronische) ziektes of aandoeningen inclusief hersen- en /of psychische aandoeningen;
- Verbetering van de opsporing of behandeling van ziektes of aandoeningen of van het herstel daarna;
- Innovaties, bijvoorbeeld hulpmiddelen, die het organiseren van zorg in de eigen leefomgeving in plaats van in zorginstellingen vergemakkelijken;
- Arbeidsbesparende technologie zowel intramuraal als in de leefomgeving;
- Verhoging van deelname aan de samenleving van mensen met een chronische ziekte of levenslange beperking, naar wens en vermogen;
- Verbetering van de kwaliteit van leven van mensen met dementie;
- Betere bescherming tegen maatschappelijk ontwrichtende gezondheidsdreigingen.
KIA 5. Veiligheid:
Projecten binnen deze KIA dienen bij te dragen aan de ambitie om (potentiële) tegenstanders steeds een stap vóór te blijven. Hierbij worden de volgende deelprogramma’s voorzien:
- In 2030 is de georganiseerde ondermijnende criminaliteit in Nederland riskant en slecht lonend, door meer zicht op illegale activiteiten en geldstromen;
- In 2035 beschikt Nederland over de marine van de toekomst. Door de sterk verbeterde samenwerking in het marinebouwcluster is Nederland in staat om flexibel te reageren op onvoorspelbare ontwikkelingen;
- In 2030 heeft Nederland een operationeel inzetbare ruimtevaartcapaciteit voor defensie en veiligheid;
- In 2030 is veiligheid verplicht bij de ontwikkeling van digitale producten, en beschikt Nederland over een sterke cybersecurity kennis- en innovatieketen;
- Hightech Landoptreden. In 2030 werkt de krijgsmacht volledig genetwerkt met integratie van nieuwe technologieën om sneller en effectiever te kunnen handelen dan de tegenstander.
KIA 6. Sleuteltechnologieën:
Sleuteltechnologieën worden gekenmerkt door een generiek karakter met een breed toepassingsgebied of bereik in innovaties en/of sectoren. Voor veel projecten die op een van de bovenstaande KIA’s worden ingediend zal er dus ook gebruik gemaakt worden van sleuteltechnologieën. Projecten die specifiek voor de KIA Sleuteltechnologieën worden ingediend moeten bijdragen aan de generieke ontwikkeling van (een of meer) sleuteltechnologieën. De volgende groepen sleuteltechnologieën zijn door de overheid aangewezen:
- Chemical Technologies;
- Digital Technologies;
- Engineering and Fabrication Technologies;
- Photonics and Light Technologies;
- Advanced Materials;
- Quantum Technologies;
- Life science technologie;
- Nanotechnologie.
KIA 7.Digitalisering:
De KIA Digitalisering is complementair aan de KIA Sleutel Technologieën en representeert de zeven 'Digital and Information Technologies' (DIT's), als onderdeel van het totaal aan vierenveertig sleuteltechnologieën die binnen de Nationale Technologie Strategie van het Ministerie van EZK worden onderscheiden:
- Artificial Intelligence;
- Data Science, data analytics and data spaces;
- Cyber security technologies;
- Software technologies and computing;
- Digital Connectivity Technologies;
- Digital Twinning and Immersive technologies;
- Neuromorphic technologies.
Binnen de KIA Digitalisering is het van belang dat projecten ook aansluiten bij een van de maatschappelijke uitdagingen zoals benoemd in de KIA’s 1 t/m 5.
KIA 8. Maatschappelijk verdienvermogen:
Het doel is om technologie beter te benutten in nieuwe producten, processen en diensten voor maatschappelijke uitdagingen en impact van het ondernemen te versterken. Daardoor worden betere toepassingen ontwikkeld, die zowel economisch als maatschappelijk rendement opleveren.
Projectvoorstellen passen in de KIA Maatschappelijk Verdienvermogen als ze zowel een van de uitdagingen in de KIA's 1 t/m 5 adresseren en zich richten op bovengenoemde doelstelling.
Vertaald naar projecten voor het MKB binnen de subsidiemodule MIT dient het te ontwikkelen innovatief product, proces of de dienst daarvoor de volgende technologiebenuttingen te verbeteren:
- De methodisch onderbouwde manier van werken, waarbij gebruik gemaakt wordt van relevante Key Enabling Methodologies;
- Het daarbij betrekken en inzetten van kennis en expertise uit mens- en maatschappijwetenschappen, bedrijfskunde, bestuurskunde, communicatie, transitiekunde en systeemdenken;
- Samenwerking in innovatie-ecosystemen van bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen, vaak regionaal georiënteerd en het organiseren van sterke betrokkenheid van eindgebruikers en/of burgers.
Samenwerking provincies en nationale overheid
Binnen de MIT-regeling werken de provincies en de nationale overheid samen en stellen zij gezamenlijk subsidie beschikbaar. Voor de MIT-regeling gelden 8 verschillende loketten:
- regio Noord: Groningen, Friesland en Drenthe;
- Flevoland
- Noord-Holland
- Utrecht;
- Gelderland
- Overijssel;
- regio Zuid: Limburg, Noord-Brabant en Zeeland;
- Zuid-Holland.
Ondanks dat de MIT-regeling een landelijke regeling is wordt de uitvoering geregeld door de verschillende provincies. Het budget verschilt per provincie. Het budget bestaat voor de helft uit een bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en voor de andere helft uit een bijdrage van de betreffende provincie.
U dient uw aanvraag in, in de regio of provincie waar het project uitgevoerd gaat worden. In het geval van een R&D samenwerkingsproject met partners uit verschillende regio’s doet u de aanvraag in de regio waar de penvoerder gevestigd is. Hierbij is wel vereist dat ook minimaal 50% van de totale projectkosten gemaakt worden in de regio waarin u uw aanvraag gaat doen.
Subsidiepercentages en hoogte van de subsidie binnen de MIT
De subsidiepercentages en het maximale subsidiebedrag per instrument bedragen:
- MIT Kennisvouchers: 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 3.750;
- MIT Haalbaarheidsstudies: 35 tot 40% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 20.000. Het exacte percentage is afhankelijk van de regio. De haalbaarheidsstudie dient voor ten minste 60% te bestaan uit een haalbaarheidsstudie en voor ten hoogste 40% uit industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling;
- MIT R&D samenwerkingsprojecten: voor R&D samenwerkingsprojecten zijn er twee categorieën:
- Kleine R&D samenwerkingsprojecten: De subsidie is minimaal € 50.000 en maximaal € 200.000 per project, waarvan minimaal € 25.000 en maximaal € 100.000 per deelnemer.
- Grote R&D samenwerkingsprojecten: De subsidie is minimaal € 200.000 en maximaal € 350.000 per project, waarvan minimaal € 25.000 en maximaal € 175.000 per deelnemer.
Voor beide categorieën geldt dat het subsidiepercentage 35% bedraagt. Binnen het samenwerkingsverband dient er een evenwichtige verdeling te zijn tussen de partners. Een deelnemer mag niet meer dan 70% van de kosten voor eigen rekening nemen.
Het beschikbare budget verschilt per instrument en per regio.
Een MIT-instrument aanvragen
Voor zowel de kennisvouchers als de haalbaarheidsstudies geldt het principe “first come, first serve”. Dit wil zeggen dat de subsidieaanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Voor de haalbaarheidsstudies geldt dat het budget ieder jaar overtekend wordt. Dit betekent in de praktijk dat alle aanvragen die op de eerste dag worden ingediend moeten loten, om zo de volgorde van behandeling vast te stellen. In 2024 kunnen er vanaf 4 april weer aanvragen ingediend worden voor haalbaarheidsstudies.
Voor de R&D samenwerkingsprojecten geldt een tenderprincipe. Dit wil zeggen dat alle aanvragen die voor de deadline worden ingediend inhoudelijk zullen worden behandeld en vervolgens een score krijgen. Uiteindelijk worden de projecten gerangschikt op basis van de toegekende score. Subsidie wordt verstrekt aan de hoogst scorende projecten totdat het budget is uitgeput. Ook voor de R&D samenwerkingsprojecten geldt dat het budget ieder jaar overtekend wordt.
Per kalenderjaar kunnen er in verschillende perioden aanvragen worden ingediend voor de verschillende instrumenten van de MIT-regeling. De kennisvouchers kunnen worden aangevraagd tussen 9 april 2024 en 29 oktober 2024. MIT R&D aanvragen kunnen worden ingediend tussen 11 juni 2024 en 17 september 2024.
Uitvoering van uw MIT-project
- kennisvouchers: Indien uw aanvraag voor een kennisvoucher wordt goedgekeurd dient u binnen 4 maanden na ontvangst van uw kennisvoucher een ondertekende opdracht of offerte van de kennisinstelling in. Deze wordt dan beoordeelt en u ontvang hierop een reactie. Is uw kennisoverdrachtproject afgerond, dan draagt u uw kennisvoucher over aan de kennisinstelling. Zodra u de kennisvoucher hebt overgedragen, kan de kennisinstelling deze verzilveren.
- Haalbaarheidsstudies: Indien uw aanvraag voor een haalbaarheidsstudie wordt goedgekeurd ontvangt u 100% van de subsidie als voorschot. Na afloop van het project hoeft er geen aanvraag tot vaststelling te worden ingediend. U dient wel een administratie bij te houden van uw project. Afhankelijk van de provincie waarin u heeft aangevraagd dient u ook een eindrapport van uw project te verstrekken. Indien u onvoldoende kosten heeft gemaakt dient u dit te melden. Daarnaast zal steekproefsgewijs worden gevraagd aan te tonen dat de activiteiten zijn uitgevoerd. Hiervoor wordt geadviseerd alle documenten waarmee u kunt aantonen dat de activiteiten zijn gerealiseerd tot minimaal 5 jaar na dagtekening van de beschikking te bewaren. De looptijd van uw project bedraagt maximaal 12 maanden.
- R&D samenwerkingsprojecten: Indien uw aanvraag voor een R&D samenwerkingsproject wordt goedgekeurd ontvangt u een percentage van de subsidie als voorschot. Het voorschot bedraagt maximaal 75% van de totale subsidie en zal in termijnen betaald worden. De hoogte van deze voorschotten en het tijdstip van betaling zal in uw beschikking worden bepaald. Indien uw project langer dan 12 maanden loopt dient u een jaarlijks tussentijds voortgangsverslag in te dienen. Gedurende het project dient u een projectadministratie bij te houden. Na afloop van het project dient u een vaststelling in, waarna u het restant van uw subsidie krijgt uitbetaald. In uw beschikking staat welke gegevens u dient aan te leveren om aan te tonen dat u de activiteiten daadwerkelijk heeft uitgevoerd. De looptijd van uw project bedraagt maximaal 24 maanden.
Vragen of aanvragen?
Denkt u in aanmerking te komen voor deze subsidieregeling? Wij helpen u graag op weg. Twijfelt u of heeft u vragen? Wij beantwoorden ze graag! Neem vrijblijvend contact met ons op.
Bel 040 - 250 45 67, mail [javascript protected email address] of maak gebruik van onderstaand formulier.